22-04-2014

Recentie Museumnacht bij Montie


Die avond gingen we een klein stukje museumnacht doen. We gingen namelijk naar Montie, de kapper van mijn vriendin. We kwamen daar aan en de bedoeling was dat je plaats nam aan een tafel. Daar werd je de vraag voorgelegd wat je vroeger wilde met je leven, en wat er van deze wens was geworden. Een lastige vraag. Ik wist het eerlijk gezegd niet. Wij hadden thuis vroeger niets te willen. En als wij vonden dat we wel wat te willen hadden, dan zei mijn moeder altijd: “Je hebt hier niets anders te willen als lege briefjes”. Dat waren dus briefjes waar geen wensen op stonden. Ik weet niet. Ik heb dat opvoedkundig nooit een hoogstandje gevonden, dat met die briefjes die leeg waren.
Maar de vragen bij Montie, buiten aan tafel,  bleken nog moeilijker te kunnen. Want er werd namelijk gevraagd: stel je je leven over 20 jaar voor. Wat zou je dan willen.
Ik dacht na. Ik ben dan 74 jaar oud. Wat wil iemand die 74 jaar oud is? Eigenlijk de wereld mooier achterlaten dan je hem hebt aangetroffen. Als een opgeruimd huis of zo. Yan wilde over 20 jaar kunnen loslaten.
We gingen de kapperszaak van Montie binnen. Montie speelde gitaar, en er was een slagwerker en een percussionist, die zijn werk heel serieus nam. En er was, ergens op de achtergrond van het kleine podium een achtergrondzangeres. Montie improviseerde er op los, en zijn gitaarspel leek nog het meeste op ´The return of the Duretti Column´. Het was prachtig. En terwijl hij gitaar speelde las hij de vragen die in een soort van boom-achtige constructie waren opgehangen. En dan herhaalde Monti de vragen een aantal keer, en improviserend werden de vragen als het ware met muziek ‘omspeeld’.  Er werden geen antwoorden gegeven, en dat was het mooie. Want de vraag stellen is vaak belangrijker dan hem beantwoorden. Er was een mooie sfeer terwijl de mensen in kappersstoelen en ook gewone stoelen zaten te luisteren naar wat er gebeurde. Zoals de prachtige vraag: kunnen we straks allemaal vliegen? En kunnen we dan nog ademhalen?” Montie dacht waarschijnlijk: laat ik deze vragen maar eens an het beperkte publiek voorleggen. Yan knikte. “Ik heb één ja op de vraag of we straks allemaal kunnen vliegen”,  riep Montie, en geen moment verslapte zijn gitaarspel. We verlieten uiteindelijk het zaaltje. Niet omadt we weg wilden, maar omdat we andere mensen ook wilden laten genieten in het kleine zaaltje dat maar aan een beperkt aantal mensen plek bood.
Ja, toen we de kapperszaak uit liepen waren we niet geknipt en geschoren, maar voelde de ervaring wel als heel erg fris aan.